Dansmelodieën uit de Vlaamse volksmuziektraditie
| Type: | muziek- of liedjestekstboek |
|---|---|
| Auteur(s): | Hubert Boone |
| Uitgever: | Peeters Uitgeverij |
| Plaats van uitgave: | Leuven |
| Datum van uitgave: | 2010 |
| Aantal pagina's: | 676 |
| Raadpleegbaar: | in Muziekcentrum Vlaanderen (op afspraak) |
| Plaatsingsnummer: | 1668 |
| Genre(s): | traditionele folk |
| Taal: | Nederlands |
Info
Deze publicatie brengt niet minder dan 600 dansmelodieën in één bundel samen. Deze kanjer is voor menig muzikant een doe-boek, een zoektocht naar leuke, haast vergeten melodieën.
Het eerste luik van dit boek licht de bekendste baldansen, voornamelijk uit de 19de eeuw toe. Hierbij biedt de auteur ons een korte historische beschrijving, met met aandacht voor de anekdotiek. Heel veel aandacht wordt hierbij besteed aan de bronvermeldingen, en dat zijn er niet weinig, en waarvan Hubert Boone hoopt dat elke dansleraar zich hierin zou (her)bronnen. Heel wat van die bronnen ging hij zelf opzoeken in de archieven van Uffenheim, Edinburgh, Wenen, Praag,…).
De inleiding sluit af met een korte toelichting rond de algemene opbouw van deze dansmelodieën en enkele notities rond de specificiteit van de muzikale dynamiek.
Het beschrijvende luik van het boek is onderverdeeld in vijf hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de mazurka en zijn neefjes (redowa, varsovienne en polka-mazurka), polka, wals en schottisch aan bod komen, en een laatste hoofdstuk de buitenbeentjes belicht. Dit zijn de kleine dansen, de typische verenigingsdansen, en dergelijke meer. Hierin wordt de historiek wat toegelicht, waarbij – op zich interessante Europese - bronnen elkaar wel eens durven tegenspreken, met inbegrip van hypothesen rond hoe ze in onze gewesten hun weg vonden. Ook de muzikale kenmerken, de uitvoeringswijze, en de evenmin eenduidige suggesties rond het aan te houden tempo, komen telkens aan bod.
Dit is een standaardwerk dat afsluit met een uitgebreide bibliografie die uitnodigt tot verdere informatiezoektochten.
Als tweede grote deel opent zich een wereld van niet minder dan 601 exemplarische, haast in kalligrafisch handschrift uitgeschreven, melodieën. Hiervoor werden de originele notaties van Hubert Boone ingescand en krijgen we het resultaat in handen van twee jaar (2006-2007) monnikenwerk, zowat vijf dagen op zeven van 8u30 tot 13u. Van de auteur is de gedrevenheid evenwel onderhand gekend. Aansluitend verleent hij enige toelichting bij de notatietekens en biedt hij in een overzichtslijst van de melodieën nog een aantal verrassende weetjes.
Dit standaardwerk is meteen één van de grootste bundelingen van dansmelodieën in West-Europa.
Verwante items in de databank
| Persknipsels/Artikels: (Wat is dit?) | 'Vroeger had elk dorp zijn eigen wals' (04.09.2010) |
|---|
Trefwoorden: muzikaal erfgoed, muziekgeschiedenis
